Johann von Gemen II, …–1458?>
- Naam
- Johann von /Gemen/ II
- Titel
- Jonker, Heer te Gemen, pandheer van Recklinghausen, Heer van Bredevoort
- Voornamen
- Johann
- Tussenvoegsel
- von
- Achternaam
- Gemen
- Achtervoegsel van naam
- II
- Ook bekend als
- Johanne van /Ghemen/ Jan van /Ghemen
Geboorte
|
|
---|---|
Huwelijk van ouders
|
|
Geboorte van een zus
|
|
Geboorte van een zus
|
|
Geboorte van een zus
|
|
Geboorte van een zus
|
|
Geboorte van een zus
|
|
Rechterlijke uitspraak in het geschil tussen Hinrick van Gemen(III) en het stift te Vreden
|
|
Huwelijk
|
|
Huwelijk van een zus
|
|
Overlijden van grootvader van moeders kant
|
|
Johann von Gemen is getuige bij de verkoop van een tuin in Bentheim
|
|
Verkoop goederen
|
|
Huwelijk
|
|
Overlijden van grootmoeder van moeders kant
|
|
Sluiting van 7-jarig verbond
|
|
Ruil van goederen
|
|
Everwin von Götterswick ruilt voor zijn dochter Locke goederen
|
|
Overlijden van vader
|
|
Verkoop van goederen
|
|
Leenakten
|
|
Johan (II), heer te Ghemen, krijgt het terugkooprecht van een rente
|
|
Vader en zoon van Berntfelde verkopen drie kinderen aan Johan II van Ghemen
|
|
Aankoop goederen
|
|
Johan van Culemborg verklaard dat Johan van Gemen hem ten onrechte heeft aangeklaagd
|
|
Johan II van Gemen koopt het erf Besselinckhoeff met de mensen die er wonen
|
|
Johan II, heer van Ghemen ontvangt inkomsten uit de tol van Zaltbommel
|
|
Schadeloosstelling voor borgtocht
|
|
Leengoederen
|
|
Ruil van landgoed en horigen (2)
|
Johan van Ghemen (II) en zijn gezin ruilen hoven en horigen met het klooster Groot-Borken
15 januari 1429
|
Ruil van landgoed en horigen (1)
|
Johan van Ghemen (II) en zijn gezin ruilen hoven en horigen met het klooster Groot-Borken
15 januari 1429
|
Verpachting
|
|
Aankoop van hof en land
|
|
Betreffende de verkoop van het erf ton Dorpe
|
|
Stichting klooster (Nazareth) in Bredevoort
|
|
Belening van kotten
|
|
Verkoop van land
|
|
Aankoop tienden
|
|
Gunning van tienden en goederen
|
|
Betreffende het bestuur van Gelre
|
|
Controle van rekeningen van de burggraaf [van Nijmegen] Thomas Collart
|
|
Rekening van Jacop van Ryemsdijck (als ambtman of kastelein van het huis te Oijen) van gelden door hem ontvangen van de rentmeester te Oijen en de tollenaar te Oijen en van daarvan gedane uitgaven
|
|
Borgstelling
|
|
Betreffende het losrecht van een rente uit de Havikerwaard
|
Johan, heer to Ghemen, geeft aan Walraven van Moirse, heer tot Bair, het losrecht van een rente van 400 rijnsche guldens, gaande uit Havickerweerde
23 juli 1431
|
Schadeloosstelling betreffende de Havikerwaard
|
|
Bevestiging van pandschap
|
|
Betreffende het losrecht van een rente uit de Havikerwaard
|
Instructie van Jan van Egmond, als heer van Bahr aan Joost van Hemert, "officier" te Bahr, over de lossing van een rente uit de Havikerwaard, waarin opgenomen een afschrift van de losbrief van 1431, [1492]. Met de akte waarbij het losrecht wordt gegeven
1431
|
Belening met voogdij de burcht Gemen en over het stift Vreden
|
|
De hertog van Kleef beleend Johan (II) van Gemen met de burcht Gemen
|
|
Verpanding van het goed Mallant onder Angerlo
|
door Henrik heer tot Wisch aan Johan heer tot Ghemen en aansluitend door beiden aan Katheriin van Ghemen, met de verdere geschiedenis tot 1570
voor 1 mei 1432
|
Regest
|
|
Johan II van Gemen en Dirk van Bronckhorst-Batenburg-Anholt sluiten een verbond
|
|
Kwitantie voor Johan, heer van Ghemen
|
|
Johan, heer van Gemen, ruilt tienden met het klooster Nazareth
|
|
Johan II van Gemen ontvangt een jaarlijkse rente uit de tol van Berck
|
|
Aankoop van tienden
|
|
Hertog Adolf van Kleef verlaagt de pandsom voor het leen van Ghemen
|
|
Verkoop van rente
|
|
Betreffende een voorschot van de stad Zutphen voor een betaling aan Johan van Gemen
|
|
Johan van Assbeke ontvangt een tiende in leen van Johan II van Gemen
|
|
Betreffende de twist tussen Henric, heer to Wyssche en Wyllem, heer ten Berghe, Bylant en to Hedele
|
|
Schuld bekentenis
|
|
Schadeloosstelling wegens borg
|
|
Verpachting van het hof Hemersbach im in het kerspel Uncgham
|
|
Betreffende een lening aan Hertog Arnold van Gelre
|
|
Overdracht van leen
|
|
Verkoop van horigen door het klooster St. Mariengaerde zu Boerloe aan Junker Johan Herrn zu Gemen
|
|
Rekening controle (2)
|
Notitie: Toezending van document GE_0001_0322.pdf op verzoek ivm grootte (101MB) |
Kwitantie
|
|
Johan II van Gemen en zijn gezin verkrijgen het terugkooprecht van renten
|
|
Belofte van hulp
|
|
Akte waarbij Johan, heer van Ghemen, verklaart de hertog van Gelre te zullen steunen in zijn oorlog met de hertog van Berg
|
Notitie: N.B. Druk: Nijhoff, Gedenkwaardigheden IV, 148. |
Johan (II), heer te Ghemen, krijgt het terugkooprecht van een rente.
|
|
Rekening controle 3
|
|
Overdracht Bredevoort
|
|
Oorkonde
|
|
Betreft de twist tussen de hertog van Gelre en de ridderschap
|
|
Verbond tegen de hertog
|
Diverse edelen en regeringen van steden in het kwartier Zutphen, verklaren dat zij het verbond bekrachtigen, dat met de drie andere kwartieren is afgesloten ter handhaving van hun rechten en ter verdediging tegen willekeur van de hertog
19 april 1436
|
Verbond tegen de hertog
|
Diverse edelen en regeringen van steden in het kwartier Zutphen, verklaren dat zij het verbond bekrachtigen, dat met de drie andere kwartieren is afgesloten ter handhaving van hun rechten en ter verdediging tegen willekeur van de hertog
19 april 1436
|
Verkrijging van het recht van wederverkoop van de renten uit erven in de kerspelen Stadtlohn en Sudlohn door Junker Johanne Herrn zu Ghemen
|
|
Arnolt, hertog van Gelre verpand landerijen aan Johan, heer van Ghemen
|
|
Johan van Ghemen controleert rekeningen als raad van de hertog van Gelre
|
|
Johan (II), heer van Ghemen verklaard, dat hij de burcht Gemen als leen van hertog Adolf v
|
|
Johan van Ghemen’s borgplicht wordt opgeheven
|
|
Johan, heer te Ghemen, erkent, dat bisschop Roedolph de schade, hem toegebracht, gedeeltelijk heeft vergoed
|
|
Bisschop Rodolphe erkent een restschuld aan Johan, heer te Ghemen
|
|
Johanne Herrn zu Ghemen, koopt het goed Eesekynck in het kerspel Rede Bs. Rederbrugge
|
|
Johan (II) heer van Gemen beloofd een schadeloosstelling aan Wolter van Monster
|
|
Huwelijkscontract
|
|
Huwelijk van een zoon
|
|
Regest: De abdis en alle ingezetenen van het klooster Nottelen verkopen een hoeveelheid bezittingen en renten aan Junker Johan Herrn zu Ghemen
|
|
Everwyn, graaf van Bentheim verkoopt een goed aan Johan II van Ghemen
|
|
Johann, heer te Gemen verkoopt enige renten
|
|
Johann von Gemen verpand een rente van 30 goudgulden
|
|
Henrich, bisschop van Munster, verklaard dat Johan Herr zu Ghemen, Amtmann oppen Brame, rekenschap heeft afgelegd over de ambtsvoering van zijn vader Hinrich, Heer te Gemen en die van hemzelf
|
|
Johan II van Gemen legt rekenschap af voor zich en zijn vader als ambtmannen oppen Brame.
|
|
Ter oplossing van onderlinge strijd benoemen Johann von Alphen en Johann von Lembeck scheidsrechters.
|
|
Betreffende betaling van de schuld van bisschop Roedolph aan Johan, heer van Ghemen
|
|
Betreffende betaling van de schuld van bisschop Roedolph aan Johan, heer van Ghemen
|
|
De hertog van Gelre zegt het pandschap van Wachtendonk aan Johan II van Gemen op.
|
|
Johann, heer te Gemen beleend het erf Claelte in het kerspel Oldenberghe
|
|
Johan, heer te Gemen, koopt het goed Paewesgut in het kerspel Borken, dat al een Gemens leen was.
|
|
Johann, heer te Gemen, koopt het erf Tuschuesen in het kerspel Raesfelde
|
|
Rente op lening
|
|
Geschil over de pandschap Grubbenvorst
|
|
Schuldverklaring
|
|
Betreffende een vete tussen Johan van Brempt en Johan van Ghemen
|
Notitie: Fragment, 1442.05.22. 1 stuk Fragment, 1442.05.22. 1 stuk |
Betreffende een lening aan Hertog Arnold van Gelre
|
|
Koop van de heerlijkheid Katzhage
|
|
Johan II van Gemen koopt een half houtgerecht in Velen, van het gezin van Velen
|
|
Heinrich van Ghemen en echtgenote Anna dragen goederen over aan het convent te Langwaden
|
|
Huwelijk van een dochter
|
|
Verkoop van de heerlijkheid Katzhage
|
|
Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor 1000 florijnen.
|
|
Overlijden van een zus
|
|
Johan II van Gemen ontvangt een kwitantie voor de bruidschat van zijn dochter Katharina
|
|
Kwijtschelding borgstelling
|
|
Johann von Gemen verpand een rente van 28 goudgulden
|
|
Johan van Ghemen beloofd hulde te brengen aan de hertog van Kleef
|
|
Adolph, hertog van Kleef, sluit een verdrag met Johan, heer te Ghemen
|
|
Beschermbrief voor Johan, heer te Ghemen, van hertog Adolph van Kleef en diens zoon Johan
|
|
Minuut: Schuldbekentenis van hertog Arnold voor Johan, heer van Ghemen
|
|
Johan, Heer te Gemen, verkoopt een rente, zijn oudste zoon Hinrich staat borg
|
|
Losbrief van Johan Heer tot Ghemen voor Evert Paep den oude, Johan van Camphuisen, Evert Paep den jonge en Willem van Beuningen
|
|
Johan II heer van Gemen verpand een rente aan Henrick, heer te Wisch
|
|
Geboorte van een kleindochter
|
|
Henrich, bisschop te Munster, bevestigd aan johann, Heer te Gemen, de bezittingen die deze eerder van Bisschop Potho had ontvangen
|
|
Betreffende een niet betaalde schuld
|
|
Herman Tuschus, de vrijgraaf van de jonker van Gemen, verleent een doorverkoopsrecht op goederen.
|
|
Heer Johann zu Ghemen is medeopsteller van een akte, waarin Willem van Nesselrode en zijn gemalin Eva van Erensteyn, afzien van hun rechten op aan de Kartuizer gemeenschap geschonken goederen
|
|
Herman Tuschus, de vrijgraaf van jonker Johan, Heer van Gemen, bevestigd een verkoop van akkerland.
|
|
Antwoord van Johan van Gemen betreffende het pandschap Recklinghausen
|
|
Ontheffing borgstelling
|
|
Betreffende een geschil tussen de hertog van Gelre en de aartsbisschop van Keulen.
|
|
Huwelijkse voorwaarden voor Johan, graaf te Nassau en Johanna van Ghemen
|
Notitie: Gezegeld wordt door: Johan (I) graaf te Nassau, Johan II heer te Ghemen, Heynrich zoon te Ghemen (Heinrich IV), Heynrich graaf te Nassau en Domproost te Mainz “Maentze”, Heynrich graaf te Nassau en heer te Sleyden, Manten van Seelbach, Wilhem van Nesselroide heer te Steyne, ridder Johan van Haitzfelt heer te Wildenbergh, Wilhem van Lyntlae. |
Huwelijk van een dochter
|
|
Dietrich II van Moers, Aartsbisschop van Keulen enz. maakt aan de burgemeester, raad en bewoners van Recklinghausen bekend, dat hij de stad en het gebied als pand aan Johan van Gemen heeft overgedragen en dat alle inwoners voortaan aan hem gehoorzaamheid schuldig zijn.
|
|
Schuldbekentenis voor Johan II van Ghemen
|
van Diederich, aartsbisschop van Keulen, voor een bedrag van 1701 goudgulden
14 maart 1448
|
Johann II, heer te Gemen en diens oudste zoon Hinrich IV, verkopen een rente.
|
|
Gerhart von Kleve, Graaf van de Mark, verklaard dat Johan van Gemen, zijn neef, zolang hij Landdrost van der Mark is, diverse andere ambten zal bekleden, waarvoor hij bovenop zijn Landdrost vergoeding nog 25 Oberländische Gulden en 25 malt haver zal ontvangen
|
|
Johann, Heer te Gemen staat -met anderen- borg voor een schuld van 2200 Gulden van Aartsbisschop Dietrich II van Keulen.
|
|
Johann, Heer te Gemen staat -met anderen- borg voor een schuld van 2200 Gulden van Aartsbisschop Dietrich II van Keulen.
|
|
Overlijden van een echtgenote
|
|
Johan von Stecke, abt te Werden, beleend Johan (II), heer te Gemen met de “Busch Obflune”.
|
|
Huwelijksvoorwaarden voor het huwelijk van Heinrich zu Mer en Styne, dochter van Edwart van Gulich en van Gelre, bastaard
|
|
Johan II van Ghemen is bij de overdracht van een pandschap aan Wilhelm van Nesselrode
|
|
De provost en het kapittel van de kerk te Vreden ruilen horigen met Johan, Heer te Gemen.
|
|
Jonker Johan, Heer te Gemen krijgt genoegdoening in zijn zaak tegen de stad Andernach
|
|
Johan, Heer te Gemen verklaard dat de schulden van de stad Andernach aan hem zijn voldaan
|
|
Kwitantie van Johan, Heer te Gemen, voor de door de stad (Andernach) terugbetaalde 647 Gulden
|
|
Johan II, heer te Gemen, geeft een kwitantie voor 734 florijnen
|
|
Het echtpaar Johan van Asbecke en Grete van der Schulenborch, schenken een van Jonker Johan, Heer te Gemen gekochte rente aan het Stift Varler
|
|
Kwitantie voor de Jonker van Ghemen
|
|
Johan II, heer van Ghemen, stelt een kwitantie op voor 1072 florijnen.
|
Notitie: Zie ook de betaling van 1-3-1450 |
Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor 4015 florijnen.
|
Notitie: Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor een ontvangen bedrag van 4015 florijnen “4 Alb”, als deelbetaling uit de tol van Rheinberg. Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor een ontvangen bedrag van 4015 florijnen “4 Alb”, als deelbetaling uit de tol van Rheinberg. |
Wisseling van wastinzigen, namens heer Johan van Gemen II
|
|
De provost en het kapittel van de kerk te Vreden ruilen horigen met Johan, Heer te Gemen.
|
|
Gebeurtenis
|
|
betreffende Hendrik Ingen Zalem’s zaak en betreffende in het Kleefse vastgehouden burgers van Arnhem
|
Brief van Johan, heer van Ghemen (raad), aan Johan van Boitbergen, erfmaarschalk, en Elbert van Eyll, drost (van Gelre)
1450
Notitie: N.B. Eerste regels onleesbaar. Datering: Elbert II en III van Eyll zijn resp. ca. 1430-1449 en 1450-1452 drost (inv.nrs. 3857-3872; Frankewitz, Aemter, 201-205). Elbert III is pas in 1499 overleden; Johan, heer van Ghemen komt in Nijhoff, Gedenkwaardigheden IV voor 1430-1455. |
Johan, Heer te Gemen, die het Huis te Dülmen van de Aartsbisschop van Keulen heeft, geeft een kwitantie voor de ontvangst van 181 Gulden die hij heeft betaald voor paarden bij verschillende gelegenheden.
|
|
Meerdere heren bekennen een schuld aan Gerart van Keppel, van 5000 Rijnse guldens
|
|
Johann, Heer te Gemen en diens zoon Hinrich, stellen een vrijwaring op voor Johan van Lembeck, die voor hen borg stond bij Gerd van Keppel
|
|
Betreffende het ambt Nuwerburgh
|
|
Gebeurtenis
|
|
Transcript van een akte van vestiging van een rente
|
|
Ridder Gherart van Keppelle geeft een kwitantie voor 2000 gulden aan diverse personen
|
Notitie: Genoemde personen zijn o.a. Johan (II) van Ghemen, Heinrich (IV) van Ghemen, Everwyn graaf te Bentheim, Otto heer te Bronckhorst, Willem (II) van den Berg, Borchart Stecke, Johan van (Gemen)-Lembeck. |
Johann II, heer te Ghemen, bevestigt een verpanding aan hem
|
|
De zoons van Hinrich van den Loe zijn 100 Rhijnse Guldens schuldig aan Gerhard, de rentmeester van Heer Johann van Gemen in Vest Recklinghausen
|
|
Oorkonde
|
|
Johan en Hinrich, Heren te Gemen, garanderen de stad Borken en haar inwoners, dat hen geen schade vanuit Ramsdorf zal worden aangedaan, sinds Ramsdorf in het bezit is gekomen van Walraven van Moers en diens aanhangers
|
|
Leenman
|
|
Verzoening met hertog Arnold van Gelre
|
Bernhard, graaf van Bentheim, Otto, heer van Bronkhorst en Batenburg, Johan en Hendrik, heren van Ghemen, Hendrik, heer van Wisch, Gijsbert van Bronkhorst, heer van Batenburg en Anholt, en Reinoud van Homoet, heer van Doorwerth, verklaren verzoend te zijn met hertog Arnold
20 december 1454
|
Enkele heren beloven een geldinzameling voor hertog Arnold van Gelre.
|
Otto, heer van Bronkhorst, Johan, heer van Ghemen, Hendrik, heer van Wisch, Gijsbert, heer van Batenburg, en Reinoud, heer van Doorwerth, verklaren te zullen bevorderen dat ridderschap en steden van Gelre, hertog Arnold tot 100.000 oude schilden zullen geven om te voorzien in zijn geldnood, en zijn renten mee te lossen
21 december 1454
|
Borgstelling voor Berndt en Arndt, graven te Bentheim en heren te Steinfurt
|
Notitie: Personen, genoemd in dit document, zijn: Johan II heer te Ghemen, Hinrike IV te Ghemen en te Wevelkaven, Otto heer te Bronckhorst en te Borckelo, Berndt und Arndt graven te Bentheim, heren te Stenvorden (Steinfurt), Ghysbert van Bronckhorst heer te Batenborch en te Anholt |
Aanmaning tot betaling van de stad Arnhem
|
|
Ondersteuning van hertog Arnold
|
|
Overdracht van schulden, rechten en aanspraken aan Udo van Wollen, door zijn moeder en zuster
|
|
Johan II van Ghemen mag een windmolen laten bouwen in Voltrop
|
|
Heer Johan van Ghemen is borg voor Bernt en Arnt, graven van Bentheim
|
|
Regest: Johann, Heer te Ghemen, verklaard dat het Domkapittel [van Keulen] hem voor een lening van 7750 Rijnse Guldens, de dorpen Erpel en Worringen in bruikleen heeft gegeven, om daaruit een jaarlijks pensioen van 600 Gulden te verkrijgen, tot aan de gehele aflossing. Transfix: De jonge Graaf Heinrich von Nassau, Heer te Beilstein en Johann von Nesselrode verklaren, dat hun oom en zwager Heinrich von Ghemen hen de afgesproken vergoeding heeft gegeven. [8-3-1459]
|
|
Johan II van Gemen staat borg voor Johan van Nesselrode
|
|
Johan van Ghemen erkent een schuld aan Goessen Steck en diens vrouw Karda van Ghemen
|
|
Aartsbisschop en keurvorst Dietrich van Keulen verklaard dat de gelden voor het inlossen van het pandschap Recklinghausen klaar ligt, om, na overlegging van de kwitantiën, overgedragen te worden aan Wilhelm van Nesselrode, landdrost van den Berg, vertegenwoordiger van Johan, Heer te Gemen
|
|
Huwelijk van een kleindochter
|
|
Betalingsverkeer tussen van Ghemen en van Nassau.
|
|
Overlijden van moeder
|
|
Geboorte van een zoon
|
|
Geboorte van een dochter
|
|
Geboorte van een zoon
|
|
Geboorte van een dochter
|
|
Geboorte van een dochter
|
|
Overlijden
|
|
Een ridder in dienst van Johan II van Gemen, ontvangt een schadevergoeding van Heinrich IV
|
|
Johan van Ghemen heeft een klooster in Burlo 300 Rijnse guldens nagelaten
|
|
Henrick heer te Ghemen en Wevelkaven, bevestigt een schenking aan het klooster te Nazareth (Schaer bij Bredevoort)
|
|
Betreffende het pandheerschap van Bredevoort
|
|
vader |
…–1424
Overlijden: 26 maart 1424 — Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland |
---|---|
moeder |
1366–…
Geboorte: 1366
26
— Borculo, Berkelland, Gelderland, Nederland Overlijden: |
Burgerlijk huwelijk | Burgerlijk huwelijk — 24 januari 1391 — Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland |
3 jaar
zus |
1393–1444
Geboorte: 1393
27
— Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland Overlijden: 8 maart 1444 |
hijzelf |
…–1458
Geboorte: Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland Overlijden: 1458 |
zus | |
2 jaar
zus |
|
2 jaar
zus |
|
4 jaar
zus |
1400–…
Geboorte: 1400
34
— Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland Overlijden: |
zus |
…–…
Geboorte: Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland Overlijden: |
vader |
…–1424
Overlijden: 26 maart 1424 — Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland |
---|---|
stiefmoeder | |
Huwelijk | Huwelijk — — |
stiefvader | |
---|---|
moeder |
1366–…
Geboorte: 1366
26
— Borculo, Berkelland, Gelderland, Nederland Overlijden: |
Huwelijk | Huwelijk — — |
halfbroer |
hijzelf |
…–1458
Geboorte: Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland Overlijden: 1458 |
---|---|
echtgenote |
1385–…
Geboorte: 1385
27
25
— Horn, Duitsland Overlijden: |
Huwelijk | Huwelijk — 28 januari 1417 — Horn, Duitsland |
zoon |
…–1492
Geboorte: Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland Overlijden: 1492 — Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland |
dochter |
…–1493
Geboorte: Horn, Duitsland Overlijden: 1493 — Mariendaal, Arnhem, Gelderland, Nederland |
zoon | |
dochter | |
dochter |
hijzelf |
…–1458
Geboorte: Gemen, Borken, Noordrijn-Westfalen, Duitsland Overlijden: 1458 |
---|---|
echtgenote | |
Huwelijk | Huwelijk — 4 september 1408 — |
zwager |
1374–1452
Geboorte: 1374
— Culemborg, Gelderland, Nederland Overlijden: 1 april 1452 |
---|---|
echtgenote | |
Huwelijk | Huwelijk — 16 augustus 1415 — |
5 jaar
stiefzoon |
1420–1480
Geboorte: rond 1420
46
25
Overlijden: rond 1480 |
Rechterlijke uitspraak in het geschil tussen Hinrick van Gemen(III) en het stift te Vreden | |
---|---|
Huwelijk | |
Johann von Gemen is getuige bij de verkoop van een tuin in Bentheim | |
Verkoop goederen | |
Huwelijk | |
Sluiting van 7-jarig verbond | |
Ruil van goederen | |
Everwin von Götterswick ruilt voor zijn dochter Locke goederen | |
Verkoop van goederen | |
Leenakten | |
Johan (II), heer te Ghemen, krijgt het terugkooprecht van een rente | |
Vader en zoon van Berntfelde verkopen drie kinderen aan Johan II van Ghemen | |
Aankoop goederen | |
Johan van Culemborg verklaard dat Johan van Gemen hem ten onrechte heeft aangeklaagd | |
Johan II van Gemen koopt het erf Besselinckhoeff met de mensen die er wonen | |
Johan II, heer van Ghemen ontvangt inkomsten uit de tol van Zaltbommel | |
Schadeloosstelling voor borgtocht | |
Leengoederen | |
Ruil van landgoed en horigen (2) | |
Ruil van landgoed en horigen (1) | |
Verpachting | |
Aankoop van hof en land | |
Betreffende de verkoop van het erf ton Dorpe | |
Stichting klooster (Nazareth) in Bredevoort | |
Belening van kotten | |
Verkoop van land | |
Aankoop tienden | |
Gunning van tienden en goederen | |
Betreffende het bestuur van Gelre | |
Controle van rekeningen van de burggraaf [van Nijmegen] Thomas Collart | |
Rekening van Jacop van Ryemsdijck (als ambtman of kastelein van het huis te Oijen) van gelden door hem ontvangen van de rentmeester te Oijen en de tollenaar te Oijen en van daarvan gedane uitgaven | |
Borgstelling | |
Betreffende het losrecht van een rente uit de Havikerwaard | |
Betreffende het losrecht van een rente uit de Havikerwaard | |
Schadeloosstelling betreffende de Havikerwaard | |
Bevestiging van pandschap | |
Belening met voogdij de burcht Gemen en over het stift Vreden | |
De hertog van Kleef beleend Johan (II) van Gemen met de burcht Gemen | |
Verpanding van het goed Mallant onder Angerlo | |
Regest | |
Johan II van Gemen en Dirk van Bronckhorst-Batenburg-Anholt sluiten een verbond | |
Kwitantie voor Johan, heer van Ghemen | |
Johan, heer van Gemen, ruilt tienden met het klooster Nazareth | |
Johan II van Gemen ontvangt een jaarlijkse rente uit de tol van Berck | |
Aankoop van tienden | |
Hertog Adolf van Kleef verlaagt de pandsom voor het leen van Ghemen | |
Verkoop van rente | |
Betreffende een voorschot van de stad Zutphen voor een betaling aan Johan van Gemen | |
Johan van Assbeke ontvangt een tiende in leen van Johan II van Gemen | |
Betreffende de twist tussen Henric, heer to Wyssche en Wyllem, heer ten Berghe, Bylant en to Hedele | |
Schuld bekentenis | |
Schadeloosstelling wegens borg | |
Verpachting van het hof Hemersbach im in het kerspel Uncgham | |
Betreffende een lening aan Hertog Arnold van Gelre | |
Overdracht van leen | |
Verkoop van horigen door het klooster St. Mariengaerde zu Boerloe aan Junker Johan Herrn zu Gemen | |
Rekening controle (2) | |
Kwitantie | |
Johan II van Gemen en zijn gezin verkrijgen het terugkooprecht van renten | |
Belofte van hulp | |
Akte waarbij Johan, heer van Ghemen, verklaart de hertog van Gelre te zullen steunen in zijn oorlog met de hertog van Berg | |
Johan (II), heer te Ghemen, krijgt het terugkooprecht van een rente. | |
Rekening controle 3 | |
Overdracht Bredevoort | |
Oorkonde | |
Betreft de twist tussen de hertog van Gelre en de ridderschap | |
Verbond tegen de hertog | |
Verbond tegen de hertog | |
Verkrijging van het recht van wederverkoop van de renten uit erven in de kerspelen Stadtlohn en Sudlohn door Junker Johanne Herrn zu Ghemen | |
Arnolt, hertog van Gelre verpand landerijen aan Johan, heer van Ghemen | |
Johan van Ghemen controleert rekeningen als raad van de hertog van Gelre | |
Johan (II), heer van Ghemen verklaard, dat hij de burcht Gemen als leen van hertog Adolf v | |
Johan van Ghemen’s borgplicht wordt opgeheven | |
Johan, heer te Ghemen, erkent, dat bisschop Roedolph de schade, hem toegebracht, gedeeltelijk heeft vergoed | |
Bisschop Rodolphe erkent een restschuld aan Johan, heer te Ghemen | |
Johanne Herrn zu Ghemen, koopt het goed Eesekynck in het kerspel Rede Bs. Rederbrugge | |
Johan (II) heer van Gemen beloofd een schadeloosstelling aan Wolter van Monster | |
Huwelijkscontract | |
Regest: De abdis en alle ingezetenen van het klooster Nottelen verkopen een hoeveelheid bezittingen en renten aan Junker Johan Herrn zu Ghemen | |
Everwyn, graaf van Bentheim verkoopt een goed aan Johan II van Ghemen | |
Johann, heer te Gemen verkoopt enige renten | |
Johann von Gemen verpand een rente van 30 goudgulden | |
Henrich, bisschop van Munster, verklaard dat Johan Herr zu Ghemen, Amtmann oppen Brame, rekenschap heeft afgelegd over de ambtsvoering van zijn vader Hinrich, Heer te Gemen en die van hemzelf | |
Johan II van Gemen legt rekenschap af voor zich en zijn vader als ambtmannen oppen Brame. | |
Ter oplossing van onderlinge strijd benoemen Johann von Alphen en Johann von Lembeck scheidsrechters. | |
Betreffende betaling van de schuld van bisschop Roedolph aan Johan, heer van Ghemen | |
Betreffende betaling van de schuld van bisschop Roedolph aan Johan, heer van Ghemen | |
De hertog van Gelre zegt het pandschap van Wachtendonk aan Johan II van Gemen op. | |
Johann, heer te Gemen beleend het erf Claelte in het kerspel Oldenberghe | |
Geschil over de pandschap Grubbenvorst | |
Schuldverklaring | |
Johan, heer te Gemen, koopt het goed Paewesgut in het kerspel Borken, dat al een Gemens leen was. | |
Johann, heer te Gemen, koopt het erf Tuschuesen in het kerspel Raesfelde | |
Betreffende een vete tussen Johan van Brempt en Johan van Ghemen | |
Rente op lening | |
Betreffende een lening aan Hertog Arnold van Gelre | |
Koop van de heerlijkheid Katzhage | |
Johan II van Gemen koopt een half houtgerecht in Velen, van het gezin van Velen | |
Heinrich van Ghemen en echtgenote Anna dragen goederen over aan het convent te Langwaden | |
Verkoop van de heerlijkheid Katzhage | |
Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor 1000 florijnen. | |
Johan II van Gemen ontvangt een kwitantie voor de bruidschat van zijn dochter Katharina | |
Kwijtschelding borgstelling | |
Johann von Gemen verpand een rente van 28 goudgulden | |
Johan van Ghemen beloofd hulde te brengen aan de hertog van Kleef | |
Adolph, hertog van Kleef, sluit een verdrag met Johan, heer te Ghemen | |
Beschermbrief voor Johan, heer te Ghemen, van hertog Adolph van Kleef en diens zoon Johan | |
Minuut: Schuldbekentenis van hertog Arnold voor Johan, heer van Ghemen | |
Johan, Heer te Gemen, verkoopt een rente, zijn oudste zoon Hinrich staat borg | |
Losbrief van Johan Heer tot Ghemen voor Evert Paep den oude, Johan van Camphuisen, Evert Paep den jonge en Willem van Beuningen | |
Johan II heer van Gemen verpand een rente aan Henrick, heer te Wisch | |
Henrich, bisschop te Munster, bevestigd aan johann, Heer te Gemen, de bezittingen die deze eerder van Bisschop Potho had ontvangen | |
Betreffende een niet betaalde schuld | |
Herman Tuschus, de vrijgraaf van de jonker van Gemen, verleent een doorverkoopsrecht op goederen. | |
Heer Johann zu Ghemen is medeopsteller van een akte, waarin Willem van Nesselrode en zijn gemalin Eva van Erensteyn, afzien van hun rechten op aan de Kartuizer gemeenschap geschonken goederen | |
Herman Tuschus, de vrijgraaf van jonker Johan, Heer van Gemen, bevestigd een verkoop van akkerland. | |
Antwoord van Johan van Gemen betreffende het pandschap Recklinghausen | |
Ontheffing borgstelling | |
Betreffende een geschil tussen de hertog van Gelre en de aartsbisschop van Keulen. | |
Huwelijkse voorwaarden voor Johan, graaf te Nassau en Johanna van Ghemen | |
Dietrich II van Moers, Aartsbisschop van Keulen enz. maakt aan de burgemeester, raad en bewoners van Recklinghausen bekend, dat hij de stad en het gebied als pand aan Johan van Gemen heeft overgedragen en dat alle inwoners voortaan aan hem gehoorzaamheid schuldig zijn. | |
Schuldbekentenis voor Johan II van Ghemen | |
Johann II, heer te Gemen en diens oudste zoon Hinrich IV, verkopen een rente. | |
Gerhart von Kleve, Graaf van de Mark, verklaard dat Johan van Gemen, zijn neef, zolang hij Landdrost van der Mark is, diverse andere ambten zal bekleden, waarvoor hij bovenop zijn Landdrost vergoeding nog 25 Oberländische Gulden en 25 malt haver zal ontvangen | |
Johann, Heer te Gemen staat -met anderen- borg voor een schuld van 2200 Gulden van Aartsbisschop Dietrich II van Keulen. | |
Johann, Heer te Gemen staat -met anderen- borg voor een schuld van 2200 Gulden van Aartsbisschop Dietrich II van Keulen. | |
Johan von Stecke, abt te Werden, beleend Johan (II), heer te Gemen met de “Busch Obflune”. | |
Huwelijksvoorwaarden voor het huwelijk van Heinrich zu Mer en Styne, dochter van Edwart van Gulich en van Gelre, bastaard | |
Johan II van Ghemen is bij de overdracht van een pandschap aan Wilhelm van Nesselrode | |
De provost en het kapittel van de kerk te Vreden ruilen horigen met Johan, Heer te Gemen. | |
Jonker Johan, Heer te Gemen krijgt genoegdoening in zijn zaak tegen de stad Andernach | |
Johan, Heer te Gemen verklaard dat de schulden van de stad Andernach aan hem zijn voldaan | |
Kwitantie van Johan, Heer te Gemen, voor de door de stad (Andernach) terugbetaalde 647 Gulden | |
Johan II, heer te Gemen, geeft een kwitantie voor 734 florijnen | |
Het echtpaar Johan van Asbecke en Grete van der Schulenborch, schenken een van Jonker Johan, Heer te Gemen gekochte rente aan het Stift Varler | |
Kwitantie voor de Jonker van Ghemen | |
Johan II, heer van Ghemen, stelt een kwitantie op voor 1072 florijnen. | |
Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor 4015 florijnen. | |
Wisseling van wastinzigen, namens heer Johan van Gemen II | |
De provost en het kapittel van de kerk te Vreden ruilen horigen met Johan, Heer te Gemen. | |
Gebeurtenis | |
betreffende Hendrik Ingen Zalem’s zaak en betreffende in het Kleefse vastgehouden burgers van Arnhem | |
Johan, Heer te Gemen, die het Huis te Dülmen van de Aartsbisschop van Keulen heeft, geeft een kwitantie voor de ontvangst van 181 Gulden die hij heeft betaald voor paarden bij verschillende gelegenheden. | |
Meerdere heren bekennen een schuld aan Gerart van Keppel, van 5000 Rijnse guldens | |
Johann, Heer te Gemen en diens zoon Hinrich, stellen een vrijwaring op voor Johan van Lembeck, die voor hen borg stond bij Gerd van Keppel | |
Betreffende het ambt Nuwerburgh | |
Gebeurtenis | |
Transcript van een akte van vestiging van een rente | |
Ridder Gherart van Keppelle geeft een kwitantie voor 2000 gulden aan diverse personen | |
Johann II, heer te Ghemen, bevestigt een verpanding aan hem | |
De zoons van Hinrich van den Loe zijn 100 Rhijnse Guldens schuldig aan Gerhard, de rentmeester van Heer Johann van Gemen in Vest Recklinghausen | |
Oorkonde | |
Johan en Hinrich, Heren te Gemen, garanderen de stad Borken en haar inwoners, dat hen geen schade vanuit Ramsdorf zal worden aangedaan, sinds Ramsdorf in het bezit is gekomen van Walraven van Moers en diens aanhangers | |
Leenman | |
Verzoening met hertog Arnold van Gelre | |
Enkele heren beloven een geldinzameling voor hertog Arnold van Gelre. | |
Borgstelling voor Berndt en Arndt, graven te Bentheim en heren te Steinfurt | |
Aanmaning tot betaling van de stad Arnhem | |
Ondersteuning van hertog Arnold | |
Overdracht van schulden, rechten en aanspraken aan Udo van Wollen, door zijn moeder en zuster | |
Johan II van Ghemen mag een windmolen laten bouwen in Voltrop | |
Heer Johan van Ghemen is borg voor Bernt en Arnt, graven van Bentheim | |
Regest: Johann, Heer te Ghemen, verklaard dat het Domkapittel [van Keulen] hem voor een lening van 7750 Rijnse Guldens, de dorpen Erpel en Worringen in bruikleen heeft gegeven, om daaruit een jaarlijks pensioen van 600 Gulden te verkrijgen, tot aan de gehele aflossing. Transfix: De jonge Graaf Heinrich von Nassau, Heer te Beilstein en Johann von Nesselrode verklaren, dat hun oom en zwager Heinrich von Ghemen hen de afgesproken vergoeding heeft gegeven. [8-3-1459] | |
Johan II van Gemen staat borg voor Johan van Nesselrode | |
Johan van Ghemen erkent een schuld aan Goessen Steck en diens vrouw Karda van Ghemen | |
Aartsbisschop en keurvorst Dietrich van Keulen verklaard dat de gelden voor het inlossen van het pandschap Recklinghausen klaar ligt, om, na overlegging van de kwitantiën, overgedragen te worden aan Wilhelm van Nesselrode, landdrost van den Berg, vertegenwoordiger van Johan, Heer te Gemen | |
Betalingsverkeer tussen van Ghemen en van Nassau. | |
Een ridder in dienst van Johan II van Gemen, ontvangt een schadevergoeding van Heinrich IV | |
Johan van Ghemen heeft een klooster in Burlo 300 Rijnse guldens nagelaten | |
Henrick heer te Ghemen en Wevelkaven, bevestigt een schenking aan het klooster te Nazareth (Schaer bij Bredevoort) | |
Betreffende het pandheerschap van Bredevoort |
Rekening controle (2) |
Toezending van document GE_0001_0322.pdf op verzoek ivm grootte (101MB) |
---|---|
Akte waarbij Johan, heer van Ghemen, verklaart de hertog van Gelre te zullen steunen in zijn oorlog met de hertog van Berg |
N.B. Druk: Nijhoff, Gedenkwaardigheden IV, 148. |
Betreffende een vete tussen Johan van Brempt en Johan van Ghemen |
Fragment, 1442.05.22. 1 stuk |
Huwelijkse voorwaarden voor Johan, graaf te Nassau en Johanna van Ghemen |
Gezegeld wordt door: Johan (I) graaf te Nassau, Johan II heer te Ghemen, Heynrich zoon te Ghemen (Heinrich IV), Heynrich graaf te Nassau en Domproost te Mainz “Maentze”, Heynrich graaf te Nassau en heer te Sleyden, Manten van Seelbach, Wilhem van Nesselroide heer te Steyne, ridder Johan van Haitzfelt heer te Wildenbergh, Wilhem van Lyntlae. |
betreffende Hendrik Ingen Zalem’s zaak en betreffende in het Kleefse vastgehouden burgers van Arnhem |
N.B. Eerste regels onleesbaar. Datering: Elbert II en III van Eyll zijn resp. ca. 1430-1449 en 1450-1452 drost (inv.nrs. 3857-3872; Frankewitz, Aemter, 201-205). Elbert III is pas in 1499 overleden; Johan, heer van Ghemen komt in Nijhoff, Gedenkwaardigheden IV voor 1430-1455. |
Johan II, heer van Ghemen, stelt een kwitantie op voor 1072 florijnen. |
Zie ook de betaling van 1-3-1450 |
Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor 4015 florijnen. |
Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor een ontvangen bedrag van 4015 florijnen “4 Alb”, als deelbetaling uit de tol van Rheinberg. |
Ridder Gherart van Keppelle geeft een kwitantie voor 2000 gulden aan diverse personen |
Genoemde personen zijn o.a. Johan (II) van Ghemen, Heinrich (IV) van Ghemen, Everwyn graaf te Bentheim, Otto heer te Bronckhorst, Willem (II) van den Berg, Borchart Stecke, Johan van (Gemen)-Lembeck. |
Borgstelling voor Berndt en Arndt, graven te Bentheim en heren te Steinfurt |
Personen, genoemd in dit document, zijn: Johan II heer te Ghemen, Hinrike IV te Ghemen en te Wevelkaven, Otto heer te Bronckhorst en te Borckelo, Berndt und Arndt graven te Bentheim, heren te Stenvorden (Steinfurt), Ghysbert van Bronckhorst heer te Batenborch en te Anholt |
Rechterlijke uitspraak in het geschil tussen Hinrick van Gemen(III) en het stift te Vreden | |
---|---|
Huwelijk | |
Huwelijk | |
Sluiting van 7-jarig verbond |
|
Everwin von Götterswick ruilt voor zijn dochter Locke goederen | |
Johan (II), heer te Ghemen, krijgt het terugkooprecht van een rente | |
Vader en zoon van Berntfelde verkopen drie kinderen aan Johan II van Ghemen | |
Johan van Culemborg verklaard dat Johan van Gemen hem ten onrechte heeft aangeklaagd | |
Johan II van Gemen koopt het erf Besselinckhoeff met de mensen die er wonen | |
Johan II, heer van Ghemen ontvangt inkomsten uit de tol van Zaltbommel | |
Schadeloosstelling voor borgtocht | |
Ruil van landgoed en horigen (2) | |
Ruil van landgoed en horigen (1) | |
Betreffende de verkoop van het erf ton Dorpe | |
Betreffende het bestuur van Gelre | |
Controle van rekeningen van de burggraaf [van Nijmegen] Thomas Collart | |
Rekening van Jacop van Ryemsdijck (als ambtman of kastelein van het huis te Oijen) van gelden door hem ontvangen van de rentmeester te Oijen en de tollenaar te Oijen en van daarvan gedane uitgaven | |
Borgstelling | |
Leenakten | |
Schadeloosstelling betreffende de Havikerwaard | |
Betreffende het losrecht van een rente uit de Havikerwaard |
|
Betreffende het losrecht van een rente uit de Havikerwaard |
|
De hertog van Kleef beleend Johan (II) van Gemen met de burcht Gemen | |
Verpanding van het goed Mallant onder Angerlo | |
Regest | |
Johan II van Gemen en Dirk van Bronckhorst-Batenburg-Anholt sluiten een verbond | |
Kwitantie voor Johan, heer van Ghemen | |
Johan, heer van Gemen, ruilt tienden met het klooster Nazareth | |
Johan II van Gemen ontvangt een jaarlijkse rente uit de tol van Berck | |
Hertog Adolf van Kleef verlaagt de pandsom voor het leen van Ghemen | |
Betreffende een voorschot van de stad Zutphen voor een betaling aan Johan van Gemen | |
Johan van Assbeke ontvangt een tiende in leen van Johan II van Gemen | |
Betreffende de twist tussen Henric, heer to Wyssche en Wyllem, heer ten Berghe, Bylant en to Hedele | |
Betreffende een lening aan Hertog Arnold van Gelre | |
Kwitantie | |
Johan II van Gemen en zijn gezin verkrijgen het terugkooprecht van renten | |
Akte waarbij Johan, heer van Ghemen, verklaart de hertog van Gelre te zullen steunen in zijn oorlog met de hertog van Berg | |
Johan (II), heer te Ghemen, krijgt het terugkooprecht van een rente. | |
Rekening controle 3 | |
Oorkonde | |
Betreft de twist tussen de hertog van Gelre en de ridderschap | |
Verbond tegen de hertog |
|
Verbond tegen de hertog |
|
Arnolt, hertog van Gelre verpand landerijen aan Johan, heer van Ghemen | |
Johan (II), heer van Ghemen verklaard, dat hij de burcht Gemen als leen van hertog Adolf v | |
Johan van Ghemen’s borgplicht wordt opgeheven | |
Johan (II) heer van Gemen beloofd een schadeloosstelling aan Wolter van Monster | |
Huwelijkscontract | |
Everwyn, graaf van Bentheim verkoopt een goed aan Johan II van Ghemen | |
Johan II van Gemen legt rekenschap af voor zich en zijn vader als ambtmannen oppen Brame. | |
De hertog van Gelre zegt het pandschap van Wachtendonk aan Johan II van Gemen op. | |
Johann, heer te Gemen beleend het erf Claelte in het kerspel Oldenberghe | |
Geschil over de pandschap Grubbenvorst | |
Schuldverklaring | |
Betreffende een vete tussen Johan van Brempt en Johan van Ghemen | |
Betreffende een lening aan Hertog Arnold van Gelre | |
Koop van de heerlijkheid Katzhage | |
Johan II van Gemen koopt een half houtgerecht in Velen, van het gezin van Velen | |
Heinrich van Ghemen en echtgenote Anna dragen goederen over aan het convent te Langwaden | |
Verkoop van de heerlijkheid Katzhage | |
Johan II, heer van Ghemen geeft een kwitantie voor 1000 florijnen. | |
Johan II van Gemen ontvangt een kwitantie voor de bruidschat van zijn dochter Katharina | |
Kwijtschelding borgstelling | |
Johan van Ghemen beloofd hulde te brengen aan de hertog van Kleef | |
Adolph, hertog van Kleef, sluit een verdrag met Johan, heer te Ghemen | |
Beschermbrief voor Johan, heer te Ghemen, van hertog Adolph van Kleef en diens zoon Johan | |
Minuut: Schuldbekentenis van hertog Arnold voor Johan, heer van Ghemen | |
Losbrief van Johan Heer tot Ghemen voor Evert Paep den oude, Johan van Camphuisen, Evert Paep den jonge en Willem van Beuningen | |
Johan II heer van Gemen verpand een rente aan Henrick, heer te Wisch | |
Heer Johann zu Ghemen is medeopsteller van een akte, waarin Willem van Nesselrode en zijn gemalin Eva van Erensteyn, afzien van hun rechten op aan de Kartuizer gemeenschap geschonken goederen | |
Ontheffing borgstelling | |
Betreffende een geschil tussen de hertog van Gelre en de aartsbisschop van Keulen. | |
Huwelijkse voorwaarden voor Johan, graaf te Nassau en Johanna van Ghemen | |
Schuldbekentenis voor Johan II van Ghemen | |
Johann II, heer te Gemen en diens oudste zoon Hinrich IV, verkopen een rente. | |
Johan von Stecke, abt te Werden, beleend Johan (II), heer te Gemen met de “Busch Obflune”. | |
Huwelijksvoorwaarden voor het huwelijk van Heinrich zu Mer en Styne, dochter van Edwart van Gulich en van Gelre, bastaard | |
Johan II van Ghemen is bij de overdracht van een pandschap aan Wilhelm van Nesselrode | |
Kwitantie van Johan, Heer te Gemen, voor de door de stad (Andernach) terugbetaalde 647 Gulden | |
Johan II, heer te Gemen, geeft een kwitantie voor 734 florijnen | |
Kwitantie voor de Jonker van Ghemen | |
betreffende Hendrik Ingen Zalem’s zaak en betreffende in het Kleefse vastgehouden burgers van Arnhem | |
Johan II, heer van Ghemen, stelt een kwitantie op voor 1072 florijnen. | |
Meerdere heren bekennen een schuld aan Gerart van Keppel, van 5000 Rijnse guldens | |
Betreffende het ambt Nuwerburgh | |
Transcript van een akte van vestiging van een rente | |
Ridder Gherart van Keppelle geeft een kwitantie voor 2000 gulden aan diverse personen | |
Johann II, heer te Ghemen, bevestigt een verpanding aan hem | |
Oorkonde | |
Verzoening met hertog Arnold van Gelre | |
Enkele heren beloven een geldinzameling voor hertog Arnold van Gelre. |
|
Borgstelling voor Berndt en Arndt, graven te Bentheim en heren te Steinfurt | |
Aanmaning tot betaling van de stad Arnhem | |
Ondersteuning van hertog Arnold |
|
Overdracht van schulden, rechten en aanspraken aan Udo van Wollen, door zijn moeder en zuster | |
Johan II van Ghemen mag een windmolen laten bouwen in Voltrop | |
Heer Johan van Ghemen is borg voor Bernt en Arnt, graven van Bentheim | |
Regest: Johann, Heer te Ghemen, verklaard dat het Domkapittel [van Keulen] hem voor een lening van 7750 Rijnse Guldens, de dorpen Erpel en Worringen in bruikleen heeft gegeven, om daaruit een jaarlijks pensioen van 600 Gulden te verkrijgen, tot aan de gehele aflossing. Transfix: De jonge Graaf Heinrich von Nassau, Heer te Beilstein en Johann von Nesselrode verklaren, dat hun oom en zwager Heinrich von Ghemen hen de afgesproken vergoeding heeft gegeven. [8-3-1459] |
|
Johan II van Gemen staat borg voor Johan van Nesselrode | |
Johan van Ghemen erkent een schuld aan Goessen Steck en diens vrouw Karda van Ghemen | |
Betalingsverkeer tussen van Ghemen en van Nassau. | |
Een ridder in dienst van Johan II van Gemen, ontvangt een schadevergoeding van Heinrich IV | |
Johan van Ghemen heeft een klooster in Burlo 300 Rijnse guldens nagelaten | |
Henrick heer te Ghemen en Wevelkaven, bevestigt een schenking aan het klooster te Nazareth (Schaer bij Bredevoort) | |
Betreffende het pandheerschap van Bredevoort | |
Mediaobject
|
Het zegel van Johan II, heer van Gemen dd. 16-4-1435 |